Slimme meter is helemaal niet slim

Afgelopen week doken de slimme meters nog eens op in de nieuwsberichten. De baten om deze meters te installeren, zouden de kosten ruimschoots overstijgen bij een uitrol over twintig jaar. Zo bleek uit een analyse door de Vlaamse energieregulator VREG. Vanaf 1 januari 2019 komen deze digitale meters onze woningen binnen. Maar volgens energie-expert Rik Vereecken van byNubian is het huiswerk van de regering nog verre van af.

Consument bespaart als laatste

De slimme meter is, anders dan zijn naam doet vermoeden, helemaal niet slim. Het is een meetinstrument dat bijhoudt hoeveel energie je verbruikt en op regelmatige tijdstippen de meterstanden automatisch naar je netbeheerder stuurt. Zelf je verbruik monitoren of energie besparen, kan alleen als je de slimme meter combineert met extra apparatuur en/of software die je inzicht geeft in je verbruik.

Wie kan er besparen? De distributienetbeheerder, de energieleverancier en de consument. In die volgorde. De consument moet dan ook nog bereid zijn een investering te doen in die extra apparatuur én zijn verbruikspatroon aanpassen. De distributienetbeheerder kan veel besparen door automatische meteropname, het activeren van budgetmeters (de slimme meter kan de functie van de budgetmeter overnemen), fraudedetectie, … De energieleverancier kan veel beter voorspellen wat de energiebehoefte van zijn klanten zal zijn en dus zijn productie aanpassen.

De VREG gaat uit van een gemiddelde besparing voor gezinnen van 1,8 %. Toch is het jammer dat de besparing van een zuinig ‘gemiddeld’ gezin teniet wordt gedaan door de verhoging van de energiefactuur om de invoering van de ‘slimme’ meter mogelijk te maken. De invoering zou gespreid worden over maar liefst 15 jaar. De voordelen worden dus pas veel later realiteit. Bovendien is de verwachte levensduur van de “slimme” meter maar 15 jaar. De helft van een ‘klassieke’ Ferrarismeter. Niet zo duurzaam dus.

Slim beleid is dé prioriteit

Het debat over de slimme meters leidt de aandacht af van waar het werkelijk om gaat: de visie op een slim elektriciteitsnet en -productie, kortom een echt energiebeleid. Daar hebben we nog maar nauwelijks iets van gehoord, noch is er hierover een maatschappelijk debat gevoerd. Ook de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) heeft daar in eerdere adviezen al voor gepleit.

Het is nochtans vijf voor twaalf. We hebben dringend een stabiel investeringsklimaat nodig waarbij klassieke en vooral hernieuwbare energie een belangrijke rol spelen in het balanceren van het net en het betaalbaar houden van onze energiekost. Met spelregels die niet om de haverklap veranderen.

In de conceptnota van de minister staat: “Digitale metingen zijn het begin van een slim net waarbij we veel fijner de energiestromen kunnen sturen”. Deze aanname is niet correct. De verbruiksmeter is het eindpunt van een slim net. Zie het als een vissersnet waarvan de mazen steeds fijner worden. Als je een dergelijk net wil maken, start je bij de grote lijnen en eindig je bij fijnere mazen.

Publiek belang wordt bijzaak

Een ‘slimme’ uitrol van de meters vergt eerst een visie op het toekomstige energielandschap. Nederland, dat de meters al voor een groot deel heeft uitgerold, ondervindt dat slimme meters zonder aanvullende investeringen in slimme netten nauwelijks zinvol zijn.

Een van de mogelijke oorzaken is dat de kennis en informatie vrijwel volledig bij de netbeheerders zelf zit. En daarin schuilt een gevaar. Het risico op een ‘regulatory capture’ is niet denkbeeldig: een situatie waarbij een regulerende overheidsinstantie niet langer het publieke belang dient, maar de belangen van de sector die zij dient te reguleren. Al dan niet bewust.
Deze visieontwikkeling zou nochtans de hoogste prioriteit moeten zijn. Waarom zou een kleine wijk geen eigen ‘microgrid’, een klein elektriciteitsnetwerk, mogen hebben? Hier kan je met bijvoorbeeld brandstofcellen en zonnepanelen de wijk voor pakweg 80 % van energie voorzien. En je moet maar een aansluiting met bijhorende meter voorzien. Lokaal opgewekte energie die lokaal wordt verbruikt: efficiënter kan niet. Dit is technisch perfect mogelijk, maar wettelijk niet toegelaten.
Niet dezelfde fout maken als de rest

Begrijp me niet verkeerd, ik ben voorstander van de ‘slimme meter’, maar dan wel in een breder kader van een coherent energiebeleid.
Mijn aanbevelingen:
  • Informeer en praat met de consument. Creëer een draagvlak en stel vanaf de allereerste dag van de uitrol een eenvoudige app of display ter beschikking. Zo krijgen gezinnen een goed inzicht in hun verbruikspatroon. Zorg ervoor dat de consument er zelf iets bij te winnen heeft.
  • De kost van de meter mag niet doorgerekend worden aan de consument. De werkelijke energiekost is vandaag maar een klein deel van de te betalen factuur. Het zou fundamenteel oneerlijk zijn om dit nog eens te verhogen.
  • Span de kar niet voor het paard. Investeer (eerst) in een slim net.
  • Hervorm de oude distributiestructuren. De technologie houdt een uitrol van een ‘slim net’ niet tegen, wel de soms absurde regelgeving en overregularisering.
  • Leer van de fouten van deze uitrol in andere landen.

Het zou jammer zijn om de geleerde lessen uit het buitenland zomaar naast ons neer te leggen. Niemand ontkent dat ‘slimme’ meters een belangrijk bouwblok zijn op weg naar duurzame elektriciteitsvoorziening. Maar dan wel binnen een slim net en dito energiebeleid waarbij iedere belanghebbende wint. Ook, en vooral, de consument.

Dit artikel verscheen op Livios.be.